Schriftlezingen

 

1e lezing Deuteronomium 2: 1-7

 

1 Daarop wendden wij ons om en braken op naar de woestijn, in de richting van de Schelfzee, zoals de Here tot mij gesproken had; vele dagen trokken wij om het gebergte Seïr heen. 2 Toen zeide de Here tot mij: 3 gij hebt lang genoeg om dit gebergte heen getrokken, wendt u naar het noorden; 4 gebied het volk aldus: gij gaat nu trekken door het gebied van uw broeders, de zonen van Esau, die in Seïr wonen; die zullen bevreesd voor u zijn. Neemt u echter zeer in acht; 5 daagt hen niet uit, want Ik zal u van hun land zelfs geen voetbreed geven, omdat Ik het gebergte Seïr aan Esau tot een bezitting gegeven heb. 6 Voedsel om te eten zult gij van hen voor geld kopen; ook water om te drinken zult gij van hen voor geld kopen. 7 Want de Here, uw God, heeft u gezegend in al het werk uwer handen; Hij heeft uw tocht door deze grote woestijn gekend; deze veertig jaar was de Here, uw God, met u, gij hebt aan niets gebrek gehad.

 

 

2e lezing Markus 8: 22-26

 

22 En zij kwamen te Betsaïda. En zij brachten een blinde tot Hem en smeekten Hem deze aan te raken. 23 En Hij vatte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp, en Hij spuwde in zijn ogen, legde hem de handen op en vroeg hem: Ziet gij iets? 24 En hij zag op en zeide: Ik zie de mensen, want ik zie hen als bomen wandelen. 25 Vervolgens legde Hij weder de handen op zijn ogen, en hij zag duidelijk en was hersteld. En hij zag voortaan alles scherp. 26 En Hij zond hem naar huis en zeide: Ga het dorp zelfs niet in.

 

Dienst beluisteren  (de geluidskwaliteit is na de 45 minuut minder)

Orde van de dienst